Blog :

Bezorger Deliveroo geen werknemer

Op 23 juli jl. heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat de overeenkomst die een bezorger sloot met Deliveroo niet gekwalificeerd kan worden als arbeidsovereenkomst.

Op grond van hetgeen de bezorger en Deliveroo zijn overeengekomen en hoe zij vervolgens feitelijk aan die overeenkomst uitvoering hebben gegeven is de kantonrechter van mening dat de bezorger wist dat hij als zelfstandig ondernemer is gaan werken voor Deliveroo.

Op 1 november 2017 kondigde Deliveroo aan haar werknemers aan de tijdelijke arbeidsovereenkomst niet meer te zullen verlengen. Per 1 februari 2018 zouden alle arbeidsovereenkomsten eindigen. Deliveroo bood bezorgers aan om na het aflopen van hun dienstverband als ZZP’er te komen werken. De bezorger in kwestie stemde in met een overeenkomst van opdracht, liet zich inschrijven in de kvk maar was het er eigenlijk niet mee eens. De bezorger was van mening dat er nog steeds sprake was van een arbeidsovereenkomst.

Bij de beoordeling of er sprake is van een overeenkomst van opdracht (ZZP) of arbeidsovereenkomst is van belang wat partijen voor ogen stond én op welke wijze aan de overeenkomst uitvoering is gegeven. De kantonrechter vindt hierbij onder meer relevant dat de bezorger heeft ingestemd met het zzp-contract, waarbij duidelijk was voor de bezorger dat hij als zelfstandige zou werken, en de bezorger dit per e-mail had bevestigd.

De kantonrechter meent bovendien dat de voor een arbeidsovereenkomst noodzakelijke gezagsverhouding ontbreekt. De bezorger kon zelf beslissen of hij zich aanmeldde voor werkzaamheden en hij kon bestellingen weigeren. Daarnaast mocht hij in zijn eigen kleding en met een eigen thermobox werken, zolang deze maar voldeden aan de veiligheidsvereisten. Ook mocht hij werken voor een concurrerende onderneming en mocht hij zich laten vervangen. Het feit dat Deliveroo de administratie deed voor de bezorger acht de kantonrechter niet van doorslaggevend belang. Deliveroo had via haar (digitale) systeem immers direct de beschikking over de noodzakelijke bezorggegevens.

Inhoud 4

De kantonrechter benoemt uitdrukkelijk dat in het huidige arbeidsrecht geen rekening is gehouden met de uit de (relatief) nieuwe platformeconomie voortkomende arbeidsverhoudingen, maar meent dat de uitkomst niet zo onredelijk is dat de rechter anders had moet beslissen. Wanneer het onwenselijk is dat werkplatforms als Deliveroo dergelijke overeenkomsten aanbieden, is het aan de wetgever om maatregelen te treffen.

Compensatie van de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Op donderdag 5 juli 2018 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor compensatie van de transitievergoeding bij een einde van de arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid aangenomen. Op 10 juli 2018 heeft ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen. De wet zal op 1 april 2020 in werking treden.

De regeling heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Dit betekent dat werkgevers die vanaf deze datum de arbeidsovereenkomst met een werknemer hebben beëindigd wegens 104 weken arbeidsongeschiktheid en daarbij aan de werknemer een ontslagvergoeding hebben voldaan, een compensatieverzoek kunnen indienen bij het UWV.

Denk hierbij aan uw administratie. Bij de aanvraag moeten de volgende gegevens worden verstrekt:

  • de arbeidsovereenkomst van de werknemer;
  • documenten waaruit blijkt dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid, zoals de beschikking van UWV met toestemming voor de opzegging of de beëindigingsovereenkomst bij ontslag met wederzijds goedvinden;
  • als de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd door opzegging via UWV: een verklaring van de werkgever dat de werknemer ziek was op het moment dat de arbeidsovereenkomst eindigde, de periode waarin de werknemer ziek was en de naam van de bedrijfsarts;
  • loonstroken waaruit blijkt hoeveel loon de werkgever tijdens ziekte heeft doorbetaald;
  • de gegevens die gebruikt zijn om de hoogte van de transitievergoeding te berekenen;
  • bewijs van betaling van de (transitie)vergoeding.

De hoogte van de compensatie is gelijk aan de transitievergoeding, berekend per de dag na die waarop de werknemer 104 weken arbeidsongeschikt was. Als een hogere vergoeding is overeengekomen, komt het resterende deel van de vergoeding voor rekening van de werkgever.

De compensatieregeling geldt ongeacht de wijze waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Dus ook in een beëindigingsovereenkomst afgesproken vergoedingen komen voor compensatie in aanmerking.

De aanvraag kan pas worden ingediend als de volledige vergoeding in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer is verstrekt. Vanaf de dag waarop de werkgever de volledige vergoeding heeft betaald, kan de werkgever gedurende zes maanden een compensatieaanvraag indienen bij het UWV. Na het verstrijken van zes maanden vervalt het recht op compensatie. Dit geldt voor vergoedingen die na 1 april 2020 zijn verstrekt.

Voor oude gevallen – derhalve vergoedingen die zijn verstrekt vanaf 1 juli 2015 maar vóór 1 april 2020 – geldt dat deze uiterlijk op 1 oktober 2020 moeten worden aangevraagd. Gelet op de inwerkingstredingsdatum kunnen de aanvragen eerst per 1 april 2020 worden ingediend.