Planschade is vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) of inkomensschade die na wijziging van de bestemming ontstaat. De hoogte van de vermogens- of inkomensschade wordt bepaald door de maximale invulling van de oude bestemming en de maximale invulling van de nieuwe bestemming met elkaar te vergelijken. Na deze vergelijking kan bepaald worden of er per saldo sprake is van een planologische verslechtering.
Er zijn situaties denkbaar waarbij een bestemmingswijzing van verschillende gronden die in uw eigendom berusten deels voordelen en deels nadelen met zich brengen. Zo kan het zijn dat bijvoorbeeld de gronden met de bestemming “agrarische doeleinden” in een bestemmingsplan worden gewijzigd naar “grasland” (nadeel) maar dat op een direct naastgelegen perceel in uw eigendom de woning die daarop gelegen is van “agrarische doeleinden” naar de bestemming “woondoeleinden” (voordeel) wijzigt. De wijziging naar grasland is een waardevermindering van het onroerend goed daar waar de wijziging naar burgerbestemming een waardevermeerdering betreft. Om een extra complexiteit toe te voegen moet u ervan uitgaan dat de agrarische woning reeds jaren als burgerwoning wordt gebruikt, maar pas in het nieuwe bestemmingsplan is de feitelijke situatie in overeenstemming gebracht met de planologische situatie.
Een ondernemer stelde in een recente zaak bij de Raad van State schade te hebben geleden door een nadelige bestemmingsplan wijziging op het ene perceel en stelde dat de gemeente het voordeel wat werd genoten op het andere perceel (wijziging naar woondoeleinden) niet mee mocht wegen, onder meer omdat de gemeenteraad in het verleden had nagelaten het bestemmingsplan tijdig te herzien waardoor dit voordeel hem eigenlijk al vele jaren eerder ten deel had moeten vallen en nu dus niet meegewogen zou moeten mogen worden ter bepaling van de hoogte van de schade. Immers, een nalaten van de gemeente om een bestemmingsplan te herzien kan op een later moment niet in haar voordeel werken om de hoogte van de planschade te beperken, betoogde de ondernemer.
De Raad van State diende de vraag te beantwoorden of in een planschadeprocedure het genoten voordeel verrekenend mag worden door de gemeente met het genoten nadeel. Het antwoord hierop is: Ja.
De Raad van State overweegt dat de feitelijke situatie niet van belang is bij het berekenen van de hoogte van de planschade maar louter en alleen de planologische situatie. Kortom, de positieve bestemming van de huiskavel mocht verrekend worden met het geleden nadeel op het andere perceel. Een verzoek om planschade kunt u indienen binnen 5 jaar nadat een bestemmingsplan onherroepelijk van kracht wordt. Neem de tijd om uw bestemmingen te laten checken zodat u weet wat uw maximale mogelijkheden zijn zodat u ook weet in geval van wijzigingen of u kans maakt op vergoeding van uw schade.
Voor vragen kunt u zich wenden tot mevrouw mr. J. Bouwman-Treffers, tel:0174-527650, e-mail: treffers@taurusadvocaten.nl